Dekker vertelt dat hij zich inzet om de regeldruk in het basisonderwijs te verminderen, maar dat hij daarbij stuit op ‘fantoomregels’. ‘Leraren die dénken dat ze moeten administreren omdat ministerie en Inspectie dat zouden willen. Dan zeggen wij: ‘Dat hoeft niet van ons.’ De staatssecretaris roept leraren op om te stoppen met overbodige administratie in het basisonderwijs. Hij betreurt het dat bij leraren de indruk is ontstaan dat er op scholen een uitgebreide administratie moet worden bijgehouden omdat Inspectie en ministerie dat willen. Dekker steekt daarvoor hand in eigen boezem: ‘Ik denk dat we daar in het verleden onvoldoende helder over zijn geweest.’
Leraren vertellen ons dat de administratiedruk van bovenaf wordt opgelegd en dat ze daar niet zomaar onderuit kunnen. Onze vraag aan Dekker is dus: Stel dat je als leraar besluit vanaf dit moment geen administratieve handelingen meer te doen die jij als overbodig ervaart. Dan zal menig leraar toch in conflict komen met de directie of het bestuur van zijn of haar school? En wat doet Dekker daaraan? Sander Dekker: ‘Als zo’n leraar een goed verhaal heeft dat het geen enkele bijdrage levert aan goed onderwijs, dan heeft hij aan mij een goede als het gaat om steun.’
Het hele interview met staatsecretaris Dekker en de uitkomsten van ons onderzoek naar werkdruk in het basisonderwijs zie je zondagavond (10 januari 2016) in onze uitzending.
Bron: demonitor.ncrv.nl/onderwijs
| Categorie: Tussenschoolse opvang